08-06-2015 Mount Bromo

8 juni 2015 - Cemoro Lawang, Indonesië

01:00 uur wake-up call - het is de vroege nacht van zondag op maandag als we vertrekken voor de rit naar het Bromo-Tengger-Semeru Nationaal Park. Onderweg passeren we een nachtmarkt waar druk handel wordt gedreven. Gezien de koelte op dit tijdstip van de dag kopen hotels, restaurants, locals e.d. nu hun groenten, vlees e.d. in.

Onze weg zet zich voort over -voor het tijdstip- toch nog drukke wegen met voornamelijk veel vrachtverkeer en scooters. Scooters die er even verderop zelfs  voor zorgen dat de doorgang verhinderd wordt omdat zij er voor weddenschappen races houden. Langs de berm tientallen jongeren die deze wedraces bijwonen. De politie kan er blijkbaar niet veel tegen doen, wij zien ze in ieder geval niet... maar het houdt wel op als je op doorreis bent. Als we door kunnen rijden, trapt Bambang het gas diep in, hij heeft een deadline. Om 3 uur heeft hij afgesproken in het dorpje Cemoro Lawang te zijn. De APV van Bambang trekt de steile beklimming naar het dorpje met veel moeite. Eenmaal in Cemoro Lawang aangekomen, stoppen en stappen direct over in de gereedstaande Jeep die ons verder naar boven zal rijden.

Anji, onze chauffeur, rijdt behendig over de zo mogelijk nog steilere wegen en stopt aan de voet van de Penanjakan Mountain. Anji gaat ons lopend voor en volgt de weg omhoog tot aan een zgn. warung, waar we thee drinken. We zijn de enigen/eersten. Hopelijk blijft dit zo.

Anji wijst me waar het oosten is en ik stel statief en camera op. Het is pikkedonker en zie zonder gebruik van een zaklampje amper waar ik sta of wat ik doe. Marianne schijnt me bij en ik controleer of de camera waterpas en goed vast op het statief bevestigd is. Ik klooi wat aan met instellingen op de camera om dat straks met zonsopkomst niet meer te hoeven doen. Net als ik helemaal geïnstalleerd ben, zegt Anji ons dat hij ons naar een hoger gelegen gebied wil brengen. Met statief/camera en het zaklampje op mijn gsm volgen we Anji. Even denken wij aan de meisjes in Panama, zou ons dat lot ook wachten? Nee, gelukkig niet.

imageVanaf waar wij nu staan hebben wij een beter uitzicht over het Tengger gebergte en Anji wijst ons de drie vulkanen aan, waarvan de Bromo de meest bekende is. Anji keert terug naar zijn jeep en zegt ons dat hij daar op ons zal wachten. Het is dan even na 4 uur en de zonsopkomst zal over een goed uur plaatsvinden. In de verte zien wij jeeps af en aan rijden over de zandvlakten van en naar de voet van de Bromo.

Ondertussen bij ons, ben ik weer geïnstalleerd met camera en statief als ik dringend moet plassen. Er is, behalve Marianne, geen ander mens te bekennen en het is aardedonker. Dus een bossage opgezocht, broek naar beneden en legen die blaas. Dat is gelukt, mijn blaas is leeg... maar mijn broek heeft het niet droog gehouden. Toch niet voldoende gehurkt zegt Marianne en probeert het daarna zelf ook. Het blijkt dat wij geen goede hurkers zijn en hebben nu een allebei een deels natte broek. Getsie! Met behulp van wat tissues deppen wij de schade. Het duurt toch nog even voordat wij hier vandaan zijn, dus dat droogt nog wel bijtijds.

Met mijn camera maak ik met tussenpozen, variërend van 30 seconden tot 2 minuten een reeks foto's van de streepjes licht die de zonsopkomst aankondigen. Helaas is het bewolkt en zien wij de zon niet goed opkomen. 

We lopen weer terug tot aan de warung en zien tot ons amusement heel veel toeristen op een kluitje staan, met hun gsm's foto's makend van de zonsopkomst. Wat een geluk voor ons dat zij 'ons' stekje niet ontdekt hebben. Wij hebben ten minste nog met ons tweeën in alle rust de zonsopkomst kunnen gadeslaan. 

Terug bij Anji rijdt hij ons over de zandvlakten tot aan de voet van de Bromo. Tenggerianen te paard bieden ons hun diensten aan, wij passen en kiezen ervoor de lange en steile weg omhoog te voet te doen. Een heidens karwei en meer dan eens moeten we even rusten om op adem te komen. Uiteindelijk komen we aan bij het plateau waar ons nog een beklimming wacht: de hoge trap die 253 treden telt. Na zo'n beetje elke 50 treden houden we kort halt, komen op adem en gaan dan verder omhoog. Hoe verder omhoog, hoe ijler de lucht en hoe meer zwaveldampen ons bereiken. We laten ons daardoor niet ontmoedigen en komen uiteindelijk boven aan, moe maar voldaan. 

Spijtig genoeg is de Bromo in zodanige nevelen gehuld, dat wij de krater niet goed zien maar we ruiken dat die er zeker wel is ;-) Oké, de krater kunnen we niet zien, maar hebben een geweldig uitzicht over het traject dat wij daarnet gelopen hebben en zien onder ons in de verte de zandvlakten en het aan de voet van de Bromo gelegen Boeddhistische tempelcomplex liggen. What goes up, must come down... zo ook wij en leggen dezelfde weg af die wij naar boven namen, maar nu in tegengestelde richting. Poeh, dat gaat toch wel een stuk sneller. Eenmaal aan de voet van de Bromo moeten we nog zeker een kilometer over de zandvlakten lopen om de jeep van Anji te bereiken. Onze resp. zwarte en oranje wandelschoenen zijn inmiddels door het lavazand van veranderd van kleur. Een kameleon doet ons dat niet zo snel na. 

Aangekomen bij het terrein waar alle jeeps staan, is het zoeken geblazen naar de jeep van Anji maar welke kleur heeft die ook al weer en welk nummer had zijn jeep? Ik ben er van overtuigd dat zijn Jeep blauw is en achterop geen reservewiel heeft maar alleen een bevestigingspunt voor een reservewiel. Marianne is er niet zeker van maar ziet mijn vastberadenheid en dan gaan we samen op zoek naar de jeep van mijn beschrijving. Ik mompel dat ik van binnenin de jeep een nummer heb zien staan, 238 dacht ik. Alle rode, groene, gele en zwarte jeeps vallen af. Pffff, er staan nog zoveel blauwe jeeps over het terrein dat het voelt als zoeken naar een speld in een hooiberg. Eindelijk zien we dan onze jeep staan, nr. 236, we gluren naar binnen maar helaas... het is niet onze chauffeur Anji die ons meewarig aanstaart, zo van jullie zijn niet mijn passagiers. 

Het jeepterrein raakt steeds meer en meer verlaten maar onze jeep vinden, doen we er niet. Anji zou er toch niet zonder ons vandoor gegaan zijn? Marianne krijgt dan een inval en roept dat Anji iets over de tempel heeft laten vallen, toen hij ons afzette. Geen probleem, dan lopen we toch richting tempel al zien we daar vanaf waar wij lopen maar een weinig aan jeeps staan én al helemaal niet de jeep van Anji.

Dan volkomen onverwacht, is daar onze prins in zijn blauwe 4-wheel drive. We zijn gered en weer herenigd met Anji. Anji rijdt met ons terug naar Cemoro Lawang, alwaar Bambang ons ontvangt en ons de ontbijtjes geeft die wij bij het hotel in Batu hebben meegekregen. We nuttigen het ontbijt in een aanbouw zijnd hotel en stappen dan weer bij Bambang in voor de lange rit richting Kalibaru. Het is 9 uur 'sochtends als we wegrijden uit Cemoro Lawang.

Een eerste stop maken we rond 11 uur bij een benzinestation waar ook een klein koffiehuisje is. Marianne, inmiddels gewend aan koffie tubruk (bij een eerder niet beschreven stop ook al eens genuttigd) drinkt haar koffie. Ik wil even naar de andere kant om wat geld te pinnen bij een automaat van de BCA-bank. Pasje in de automaat en dan... NIETS! Wat ik ook probeer, de automaat geeft geen sjoege en mijn pasje komt er evenmin uit. Dat is balen. Met Bambang rijden we naar het kantoor van de BCA maar zij kunnen op dat moment weinig tot niets voor ons doen. 

De ING in Nederland is snel gebeld en in no time hebben zij mijn pasje geblokkeerd. Eigenlijk wel stom van mij, op de pinautomaat zelf was nog een sticker geplakt met o.a. de tekst Jangan etc. etc. Het geen min of meer betekent: buiten gebruik. Maar vanwege het ontbreken van een Engelse vertaling heb ik de waarschuwing over het hoofd gezien. Nou ja, niets aan te doen, pasje is geblokkeerd dus daar kan een kwaadwillende niets meer mee aanrichten. We rijden weer verder en maken onderweg nog enkele noodzakelijke stops voor de inwendige mens.

Tegen de avond komen we dan eindelijk aan bij onze laatste accomodatie op Java: Kalibaru Cottages. Bambang heeft onderweg tot drie keer toe de weg moeten vragen, want hij was dat vergeten omdat zijn laatste bezoek aan Kalibaru al weer enige jaren geleden is.

Het regent in Kalibaru en dat doet het de verdere avond en nacht. Wij komen onze cottage niet meer uit en eten onze snacks die we bij één van de stops hebben gekocht. Niet lang daarna vallen we in slaap tot de volgende ochtend. Onze reis op Java is nu bijna ten einde en wacht het Godeneiland Bali op ons.

Foto’s

3 Reacties

  1. Mile:
    10 juni 2015
    Wat geweldig geschreven, het lijkt wel of we er bij waren! Fantastisch dat jullie je privéstekje hadden om hier van te genieten. En nu richting het zalige niets doen, lekker bijkomen van de drukte en korte nachten van de afgelopen tijd. Genietse nog!
  2. Louise vd Vijver:
    10 juni 2015
    Je bent je carriere misgelopen. Je schrijft zo leuk dat het lijkt of ik er bij ben. Eh ladies geen tena ladies meegenomen. Heel bewonderenswaardig van jullie om zo,n heel eind te lopen. Ik zou me hebben laten brengen. Petje af hoor.

    Groetjes
    mamaLou
    .
  3. Fam gloudemans:
    10 juni 2015
    Geweldig verhaal, of ik het zelf beleef. Jammer van de zon, maar dat uitzicht prachtig.